Iets zou er nog gelopen moeten worden in 2016 om het mooie loopjaar af te sluiten. De Bello Gallico 100 miles had ik helaas moeten cancellen vanwege een steeds terugkerende blessure aan mijn grote teen. Echter leek de grote teen de laatste week onder controle en kwam de hoop op een laatste trailtje weer bovendrijven. Blegny Trail paste in mijn agenda en zodoende stond ik op zaterdag 17 december aan de start. Eigenlijk heet de trail, Trail des Gueules Noires en is de start in het dorpje Blegny, maar Gueules Noires is al moeilijk schrijven, laat staan uitspreken. Het betekent overigens Trail van de Mijnwerkers, wat niet veel goeds belooft….
Voorzichtig ga ik van start, samen met Martin Kannegieter. We lopen ergens in de achterhoede en kakelen de eerste kilometers weg. Regelmatig steken we wat weilanden over, waarbij de nodige draaihekjes getrotseerd worden en er heuse Trail files ontstaan. Enkele achterhoede lopers met ambitie wagen zich onder het prikkeldraad door en lopen daar kleerscheuren bij op, je moet er iets voor over hebben om van achterhoede trailer naar middenmoot trailer te promoveren! Persoonlijk hoopte ik op meer bossen en daar hoef ik gelukkig niet lang op te wachten. De beklimmingen zijn op zijn minst pittig te noemen en worden op een gegeven moment zelfs best heftig. Men werkt zich op handen en voeten omhoog over de gitzwarte trailpaadjes. De organisatie heeft haar best gedaan elke heuvel in de omgeving mee te nemen in het parcours. Martin en ik lopen nog steeds samen en kakelen al wat minder, we vragen ons af waar de verzorgingspost is. Wederom worden we getrakteerd op twee felle bergjes en buiten adem komen we na 23k aan op de eerste verzorgingspost. Het is wel duidelijk dat deze 53k niet binnen 7 uren beslecht worden en dat de komende 30k het echte afzien zal gaan beginnen.
Een verzorgingspost werkt altijd positief bij mij en vol goede moed vervolgen Martin en ik onze tocht. De tocht verandert de komende kilometers langzaam in een strijd op fysiek en mentaal vlak. De ene na de andere steile klim volgen elkaar op. En op het moment dat we gematst lijken te worden met een vlak stuk, blijkt het een traverse te zijn waarbij handen en voeten noodzakelijk zijn om overeind te blijven. Op verschillende stukken lijkt er überhaupt geen pad te zijn en ploeteren we voort door het bos. Rond de 32k raken Martin en ik van elkaar verwijderd en besluit ik alleen verder te lopen. Het is noodzakelijk dat ik mijn eigen tempo ga lopen om mezelf er mentaal doorheen te slaan. Fysiek kraakt en piept het behoorlijk door het nagenoeg niet trainen van afgelopen vier weken en dat heeft zijn weerslag op mijn geest. Rond de 35k kan ik het goed relativeren en is de mentale drive weer helemaal terug. Ik verwacht dat de volgende verzorgingspost op 38k ligt en haal mijn stokken tevoorschijn. Wat een verademing met klimmen! Dat had ik eerder moeten doen, waarom wacht ik daar nou altijd zo lang mee? De organisatie dacht anders over de locatie van de tweede verzorgingspost en had deze rond de 42k verstopt. Eigenlijk vond ik het wel prima, omdat er niet heel veel kilometers overbleven tot de finish.
De verzorgingspostvrijwilliger deelde mee dat het een kilometer of vier naar de zwaarste beklimming van de trail was en dat het daarna wel een beetje klaar was qua klimmen. Met die gedachte ging ik weer op pad en zag in de verte op een gegeven moment de mijnafval berg opdoemen. Zo nu en dan zag ik een heel klein poppetje op de top staan en weer verdwijnen. De klim was inderdaad slopend en ik moest meerdere keren even naar adem happen alvorens verder te gaan met het bedwingen van de draak van een berg. Op de top stak ik triomfantelijk mijn armen in de lucht en keek ik nog even achterom naar mijn achtervolgers die ergens halverwege waren. Sommige met stokken, anderen met handen en voeten. De afdaling was net zo steil als de beklimming en mijn quadriceps hadden daar duidelijk een mening over. Voldaan kom ik beneden en vervolg ik mijn weg al hardlopend.
Een stukje verderop passeer ik een medetrailer die mij bij naam begroet, ik beantwoord de begroeting beleefd, loop door, hou in en vraag toch even naar de naam. Thierry, is de naam en dan herinner ik mij inderdaad de naam bij het gezicht. Ik besluit de rest van de route samen met Thierry af te leggen. Deze man loopt probleemloos op 64 jarige leeftijd deze 53k met 2000 hoogtemeters en vertelt dat hij dit jaar Belgische kampioen in zijn leeftijds klasse is geworden op de 24 uur waar hij een verbluffende 170k wegtikte! Ik heb een hele berg respect voor deze pensionado! Gezellig pratend over, hoe kan het ook anders, hardlopen, verstrijkt de tijd en verkort de afstand tot de finish. Op 1500m voor de finish is er ineens een laatste verzorgingspost en wordt ons cultureel erfgoed in de vorm van Sainte Nitouche 8%, Belgisch bier aangeboden. We delen er eentje met zijn twee en ronden vervolgens samen het trailtje af in 7u42m. Martin zat in de kantine al te wachten, hij was die dag helaas toch niet bestand tegen de felle klimmetjes van de mijnwerkers en moet nu wachten tot zijn revanche volgend jaar.
Trail des gueules Noires, of Blegny Trail is een zware trail qua beklimmingen en ondergrond. Dit jaar was de ondergrond gelukkig behoorlijk droog. Mooi vond ik de trail niet vanwege de vele stukken langs de snelweg en steden. Mooi bebosde stukken zitten er zeker wel tussen. Historisch gezien kan het je wellicht nog iets extra’s bieden omdat je door de vergane glorie van de mijnindustrie loopt. Qua organisatie was het prima geregeld en die laatste post vond ik echt geweldig, twee kerstvrouwen, een vuurtje en een Belgisch biertje!