Heel lang heb ik niet nodig gehad om te bedenken dat ik mee wilde doen aan de LT 500. Eenmalig samen met veel bekenden en een afstand die ik nog niet eerder heb gelopen, daar moest ik aan meedoen!
Mijn plan was uiteraard om met volle overtuiging vroeg te gaan beginnen met trainen, minimaal een half jaar van te voren! Maanden gingen voorbij, maar de trainingen lieten nog wat op zich wachten. Op een gegeven moment begon het toch wel te knagen… “moet ik niet wat gaan doen?!?” Zo gezegd zo gedaan… zo rond de herfstvakantie begon ik wat nachtelijke meters te maken, meer om weer te wennen aan de slaapdeprivatie. Eind februari was het dan zover… Vertrouwend op mijzelf en de wetenschap, dat voor zulke afstanden trainen lastig is, was ik klaar om te starten. Je doet voor je gevoel toch te weinig. De weersvoorspellingen waren wisselend, veel regen, harde wind en later kans op winterse neerslag. Door de vele regenval en harde wind de afgelopen tijd zouden de paden er niet al te best bijliggen; mooie ingrediënten voor een week Legends! Ik heb er zin in!
Op vrijdagochtend 21-2 om 11.00u had ik met Mike Bruce op het station afgesproken om samen met hem richting Mormont af te reizen. Rond 15.00u waren wij op locatie. Voor Mike ruim op tijd om om 18.00u te kunnen starten en voor mij leuk om iedereen binnen te zien komen en wat bij te kletsen met de meesten.
We begonnen met de gebruikelijke checks en met het inrichten van onze slaapplek, we hoefden immers pas de volgende ochtend 0m 08.00u te starten. Om 18.00u zwaaiden we de deelnemers van de 260km uit en zijn we vervolgens snel naar binnen gegaan om wat te gaan eten. Samen met Steven Machiels (met wie ik vorig jaar samen de LT260 2019 heb gefinisht) nog even wat ’punten’ doorgenomen om aansluitend met een aantal andere Nederlanders, Olav, Maarten, Marek in ontspannen toestand een ‘’Kerel’’ te nuttigen.
Start – Cp1, afstand 83k – Zaterdag 22-02
Vol goede moed stond ik op zaterdagmorgen 08.00u aan de start van de LT500, met een dosis gezonde spanning wat deze week zal gaan brengen. Het is immers nog al wat… ruim 500 f….. kilometers!!
Wat wij voor ogen moesten houden was dat we de tijd tot zaterdagochtend 29-2 08.00u hadden. Dit is waar wij ons op moesten focussen, finishen was het belangrijkste! Om dit behapbaar te maken moesten we denken in kleine stukjes, dag voor dag, etappe voor etappe. Het eerste doel was aan te komen op CP 1, 83km.
De eerste kilometers gingen langs de Ourthe, met de ondertussen bekende boomstronken enz., steile klimmetjes en soms smalle passages. Er ontstond een lange lint en Steven ik liepen in de buurt van elkaar. Af en toe liet ik mij misleiden met de gedachte dat we nog heel veel meters moeten maken, maar gelukkig had ik al snel weer de focus van het ‘hier en nu’. Al kronkelend de route volgend liepen Steven en ik wat andere lopers in de rug. Het bleken Robin, Mitch en Paul te zijn. Wij sloten aan en al snel werd dit een wat vaster groepje, waarbij Robin het voorstel deed om in deze samenstelling te blijven lopen. Daar konden wij ons allemaal al snel in vinden. Helaas moest Mitch later vanwege een blessure afhaken.
Groepje zoals deze in het begin was De soms lastige passages langs de Ourthe
Rond 23.00u kwamen we aan op CP1 nabij Nadrin. Daar heb ik gelijk mijn voeten wat lucht gegeven, aangezien er zich onder beiden voeten namelijk een klein drukpunt had ontwikkeld. Ik heb het meteen laten ‘’behandelen’’ om erger te voorkomen. Verder de gebruikelijke ‘’drills’’ uitgevoerd, materiaal gedroogd (voor zover dit kon), droge kleding aangedaan, voetverzorging, batterijen verwisseld en geprobeerd wat slaap te pakken. Helaas lukte het niet om te slapen; er was teveel lawaai en het was te warm. Na even te hebben gelegen, liep ik naar Robin met de vraag hoe het met hem ging en of we niet eerder weg moesten gaan… slapen lukte toch niet. Hij had ook nog geen oog dichtgedaan. Dit gold ook voor de anderen. Dat maakte dat wij al vrij snel onze rugzakken weer aan het bepakken waren. Rond 02.30u stonden we buiten, weer gereed voor vertrek. Nog even op de foto en gaan!
CP1 – CP2, afstand 81k (164)
Via La Roche richting Grand Halleux met de nodige zeer steile klimmetjes. Daarna via de Baraque Fraiture, naar Grand-Halleux. De paden waren modderig en heel vaak dacht ik mee te doen met de mud-masters. De omgewaaide bomen maakten het plaatje voor een willekeurige obstacle run helemaal compleet; onderdoor, overheen, kruipen, springen enz. De regen werd intensiever en de wind nam behoorlijk toe. Flink het gas erop houden om warm te blijven onderkoeling ligt op de loer.
De vele paden met omgewaaide bomen
Niet veel later kwamen wij bij Chez Ingo. Dit was een extra post waar soep, tosti’s en een hoop andere lekkere zaken te krijgen waren. Wat een welkome verassing was dit. Heerlijk! Niet te lang blijven, alleen even uit de wind en regen en wat lekkers naar binnen werken en dan weer door. Rond 04.30u kwamen wij op CP2 en 164km zaten erop!
CP2 – CP3, afstand 65k
‘Als deze etappe erop zit, dan zitten we bijna op de helft!’ Bemoedigende woorden, maar ook in de wetenschap dat het toen eigenlijk pas begon. We hebben allemaal wel avonturen beleefd die tot een km of 250-300 gingen, maar wat daarna? Daar wilden we maar al te graag achter zien te komen.
We beginnen met best wel lekker weer en later begon het enorm te stormen. De regen met de wind erop sloeg zo in op ons dat Steven het niet meer warm leek te krijgen. Hij liep voorop en riep iets en even later zag ik hem niet meer. Toen wij op CP3 aankwamen bleek dat hij het de laatste 10km niet meer warm kreeg en dat hij vooruit was gegaan naar de CP.
Op de CP geprobeerd zoveel mogelijk spullen te drogen en zoals bij elke CP met Robin een volgend plan bedacht met daarin ‘hoe lang blijven wij hier en hoeveel snurk pakken we?’ Het kwam neer op 3 uurtjes slaap en daarna de spullen weer gereed maken. Steven gaf aan dat dit voor hem veel te kort was en dat hij echt meer slaap nodig heeft. In goed overleg (en op aandringen van Steven) besloten dat we met ons drieën aan de volgende etappe zouden beginnen. Paul maakt zich wat zorgen over zijn iets wat dikke enkel en liet deze nog even intapen.
CP3 – CP4, afstand 66k
Rond 01.00u stonden we buiten gereed voor vertrek richting CP4, even snel een foto, maar Paul liet nog even op zich wachten. Kort erna voegde hij zich bij ons en verdwenen we de nacht in. De etappe van vandaag kenmerkte zich door de vele modderpaden. Vele bossen zijn gekapt en er ontstonden diepe sporen gevuld met water.
Gaandeweg raakte Paul steeds verder achterop en aan het einde van een afdaling, vlak voor de doorgaande weg, zaten wij op een bankje te wachten tot Paul aansloot. Hij liet ons zijn enkel zien die behoorlijk dik was geworden. Paul gaf al aan dat dit zo niet meer ging. Het ‘’hoge’’ woord moest eruit… ‘’ga je stoppen?” Paul had weinig keus. Robin belde met het safety team en gaf onze locatie door. Een verschrikkelijk moment voor Paul, maar ook voor ons, om een loopmaatje te missen, een maatje die nog zo graag wilde. Even later liepen Robin en ik met ons tweeën, het moest niet gekker worden… wel hadden we goede hoop dat Steven na wat meer rust later weer zou aansluiten. En dat gebeurde gelukkig ook! Robin en ik kwamen aan op CP4, hadden onze spullen uitgepakt en waren aan het eten toen Steven binnenkwam. (Blij) verrast riepen we gekscherend naar hem of hij niet gelijk met ons mee had kunnen gaan! Hij was er weer helemaal bij, de paar uur extra slaap hadden hem goed gedaan en hij sloot zich weer bij ons aan.
CP4 – CP5, afstand 61k
De route van deze etappe leidde ons langs Stavelot, richting Trois-Ponts, langs Coo en de watervallen bij Ninglinspo. Een erg mooie omgeving waar we af en toe van konden genieten, maar grotendeels aan ons voorbij hebben moeten laten gaan vanwege de overlevingsstand, waarin we zo nu en dan zaten. Veel klimmetjes, bruggetjes enz.
Ondertussen begon het harder te sneeuwen en werd het geheel steeds witter. Supergaaf om te zien (voor even). Zo nu en dan had de sneeuw ook het grote voordeel dat op hele rottige stukken het een soort buffer was tussen je voeten en de modder eronder. Echter het nadeel was dat je heel snel natte voeten had.
Het laatste stuk was heel hard werken, er was een enorme hoeveelheid sneeuw gevallen en daardoor was het soms ook moeilijk om de weg goed te vinden. Een bijkomend voordeel van sommige stukken was wel dat we de voetsporen van onze voorgangers konden volgen. Dit kon best handig zijn aangezien je zelf dan niet het spoor hoefde te maken in een laag sneeuw van een halve meter. Ongeveer 2 km voor aankomst op CP5 staan Joost en Astrid ons met de camera op te wachten. Vanaf daar was het terrein ook wat makkelijker en kwamen wij iets later aan op de CP, ruim voor het weer donker werd. Op de CP hadden de vrijwilligers touwtjes gespannen waar we grotendeels onze spullen aan konden hangen om het te laten drogen. Ideaal, dat droogt net iets beter. Nadat de spullen waren geregeld waren er tosti’s en pizza’s die erop dat moment best goed ingingen. Omdat in de komende etappe het terrein moeilijk bereikbaar was had het safety team als eis gesteld dat er minimaal met drie personen verplaatst moest worden. Al snel voegden Maarten en Marek en onze Poolse vriend zich bij ons, wat maakte dat wij met ons 6en de etappe ingingen. We gaven onszelf de tijd tot 23.00u om wat te slapen, te eten en onze spullen te regelen. Het plan was, om zo rond 00.30u te vertrekken richting CP6.
CP5 – CP6, afstand 79k
Na een uurtje of wat te hebben gelegen, liep ik naar beneden om mijn spullen weer te pakken. Helemaal lekker voelde ik mij niet. De tosti’s en pizza waren niet lekker gevallen, ook bij Robin niet. Het gevoel van overgeven overheerste en werd bekrachtigd door de geur ervan (die overal hing). Ik kreeg ook niets naar binnen en ging zonder te hebben gegeten naar buiten. Juist in deze komende etappe zou ik mijn energie nodig hebben. Ik hoopte dan ook dat het snel zou verdwijnen!
In deze etappe kwamen we door de Hoge Venen, een gebied bekend om stukken heide, veen en moeras. Dit in combinatie met veel regenval en daarop sneeuw maakte het zeker bij nacht een ware uitdaging.
Maarten en Marek hadden de pas er flink in en na een km of 10 gaven wij aan dat het beter was om hier op te splitsen zodat een ieder zijn eigen ‘’weg’’ kon gaan. Zo gezegd zo gedaan en zo liepen wij met ons drieën verder. Uitlopen en heel blijven was en moest ons doel zijn!
Uiteindelijk kwamen wij bij de hoge venen, eerst over de eindeloze kale vlakte met steigertjes waarbij de wind vrij spel had. Aansluitend kniehoog door het terrein waarbij we om de paar meter of wegzakte of omvielen, het was hard werken. Tegen het ochtendgloren was mijn gevoel van overgeven nog niet echt weg en sloeg ook de vermoeidheid toe. Logisch ook wel, want ik had nog amper wat gegeten. Het was het niet eten en de vermoeidheid dat maakte dat ik in een dipje kwam. Ik vroeg Robin en Steven om even een powernap te doen, lekker even de ogen voor een paar minuten dichtdoen, even lekker niets! En dat hielp, kort erna waren we alweer bezig (teamwork!).
Deze dag kenmerkte zich in veel sneeuw in een omgeving waarbij geen levende ziel te vinden was. Bijna 22u waren we onderweg en op de kaart moest het niet lang meer duren, maar het duurde en duurde maar. Heuveltje op heuveltje af, met als toetje het steile stuk voordat we in de buurt van de CP waren. Bovenaan volgden we het weggetje wat uitmondde in het oversteken van een open vlakte, waar aan het einde een aantal vrijwilligers stonden die ons begeleidden naar de CP. Op het CP hadden Robin en ik het zo koud dat we besloten om gelijk in onze slaapzak te kruipen en voor een aantal uurtjes te gaan slapen. Anderen besloten om bijna gelijk door te gaan voor de laatste etappe, maar ook hier probeerden wij de balans te maken tussen inzetbaar blijven en op tijd binnen zijn. Als wij nu een paar uur (extra) slaap pakten en vroeg in de ochtend gingen, betekende dit op vrijdagavond finishen, hoe mooi was dat! Dus liggen!
Hoge venen en onze weg zoeken in de sneeuw
CP6 – Finish, afstand 69k
Rond 06.00u gingen we op pad voor de laatste etappe. Rond 07.30u daalden we af richting Malmedy, we liepen er een stukje door en verdwenen aan de andere kant weer het bos in. Het was schitterend weer, het zonnetje scheen, we hadden redelijk goed gesnurkt in die paar uurtjes. De wetenschap dat we richting de finish liepen gaf een bijzonder goed gevoel!
Met nog een 40km voor de boeg werd ik blij verrast met het zien van mijn gezin. Ik wist dat ze onderweg waren om bij de finish te kunnen zijn, maar niet dat ik ze hier al zou zien. Ik hoorde de stem van onze oudste dochter Lenthe. Helemaal enthousiast rende ik naar ze toe voor een dikke knuffel. Wat een mooi moment! Terwijl ik dit deed hoorde ik een andere bekende stem. Het was Richard, samen met Linda. Dit zijn vrienden van ons uit Haarlem. Met Richard heb ik in 2015 de Marathon des Sables gelopen. Richard en Linda hadden een weekendje Malmedy gepland en waren speciaal voor ons op de route met hun camper gaan staan. Het feest was compleet!! (nu al).
Na dit verschrikkelijk mooie moment gingen we weer op pad, we hadden namelijk nog een aantal uurtjes voor de boeg! Het weer zou aan het einde van de dag gaan veranderen in mogelijk regen en daar wilden we ook niet te lang in lopen. De geschatte finishtijd was rond een uurtje of 23.00u.
Het leek dan zo tastbaar en dichtbij te komen, maar de realiteit was dat dit nog ‘’even’’ ging duren.
We daalden steil af richting Vielsalm om vervolgens over het spoor vrij steil weer omhoog te klimmen. Bovenaan liepen we een klein stukje op de hoogtelijn om vervolgens weer af te dalen richting Salmchateau.
Ondertussen was het best hard gaan regenen en hadden we de kleding daar weer op aangepast en verplaatsten we ons richting Mont, om vervolgens via Achouffe richting Mormont (finish) te gaan. De paden waren modderstromen geworden (voor zover dat ze dat niet al waren). De stukken die vlak liepen en naar beneden gingen, daar hadden we er flink de looppas in gezet, want we waren er wel een beetje klaar mee!
Dat laatste stuk viel nog vies tegen. Telkens de lampen van Mont en later Achouffe in de verte te zien werd bijna een kwelling. We werden we via onmogelijke stroompjes geloodst. Dit maakte dat de voeten goed doorweekt waren en daarmee de kou goed in de spieren ging zitten. ’Het wordt tijd dat we gaan finishen’, zeiden we tegen elkaar. Niet veel later liepen we Mormont binnen, het laatste stuk omhoog, om het gebouw en klaar! Ik zag in de verte al wat mensen staan. Kriebels liepen over mijn lichaam! Op elkaar wachtend liepen we kort daarna samen over de finish, EINDELIJK! Ik had mij voorbereid op een heel erg emotioneel moment, maar niks van dat, geen rillingen o.i.d. Niets!
Echter de volgende ochtend aan het ontbijt met mijn gezin wilde ik wat zeggen en toen kwam de ontlading… de tranen liepen over mijn wangen. We hebben het gefikst!! Ruim 500km WTF!!
Wat een gave week hebben wij beleefd! Intens, onzekerheid, kou, terrein, weer, samenwerking, de inzet van de vele vrijwilligers die te pas en onpas klaar stonden voor ons, een aantal ingrediënten van deze week. Ik kan deze mensen ook niet genoeg bedanken. Grandioos wat jullie hebben gedaan, DANK!
Ook dank aan Robin en Steven voor deze onvergetelijke week, want dat is dit. Dit nemen ze ons niet meer af! Aan mijn gezin niets meer dan lof, de eeuwige steun en begrip voor deze waanzin!
Robin en ik Steven en ik