Verslag door Martin Kannegieter – 29-01-2018
Koffie zetten, schaaltje cornflakes naar binnen werken, haastig de tanden poetsen. Niet echt de dingen waar ik ’s nachts een ster in ben.
Maar ja, je moet er wat voor over hebben om als worst met de slagers mee te mogen lopen. Er zit niets anders op dan om 03.30 de wekker te zetten.
Na een lange rit komen Peter Swager en ik aan in Stavelot in het hart van de Ardennen. We zijn lekker vroeg en kunnen ons mooi rustig voorbereiden aangezien de rest van de groep nog niet aanwezig is. Langzaam maar zeker komen de andere lopers aan; Martino Corneillie, Mildred Smilleke Haans, Richard Keppel, Marek Vis en Maarten Schön(die de route heeft uitgezet).
Zodra de groep compleet is beginnen we de route al starend naar onze GPS-devices. De GPS geeft het keurig aan, we beginnen met een pittige klim op een asfaltweg, een prima warming-up.
Al snel buigen we het eerste bospad in om de route over onverharde paden te vervolgen, nou ja paden… Maarten zijn navigatiekunsten blijken nog niet op volle toeren te werken en we moeten al snel afwijken om via een boshelling af te dalen op zoek naar een echt pad.
De zon komt op en het wordt duidelijk zichtbaar dat we in een fantastisch mooi vakantiegebied lopen, maar dan wel in het verkeerde seizoen. Veel paden zijn voorzien van een dikke laag blubber en de wandelaars laten het wandelen in de Ardennen kennelijk achterwege. Maar ja wij niet, want ik loop namelijk met een aantal heren die de Legends trail gaan lopen en gelopen hebben. En of dat niet genoeg is loopt er nog een BMX-er die het Nederlands record op de 100km trail op haar naam heeft gehad en een Multistage ultraloper. Niet echt het soort dat opgeeft zeg maar…
De gesprekken komen lekker op gang en de serieuze gesprekken worden afgewisseld met schunnige grappen en ervaringen die over en weer worden gedeeld. Het is een gezellige groep met verschillende tongvallen en afkomsten. Al kletsend vliegen de kilometers voorbij, totdat we bij een bakkerij in Stoumont aankomen waar we gezellig in een aparte eetzaal eten en drinken.
Na de bakkerij vertrekken we volgens Marek richting de hoogvlakte. Mij zei het niks, maar als Marek het zegt, dan zal het wel. Het duurt niet lang voordat ik ondervind wat hij bedoelde, we komen namelijk aan op Hoge Venen een veengebied zoals ik herken van de ISU in Drenthe. Kilometers mos, graspollen en andere shit drijvend op een zompige ondergrond waar je regelmatig in wegzakt. Manoeuvrerend langs diepe plassen door enkeldiep water baan ik mezelf een weg, totdat ik ineens tot aan mijn knie weg zak en in mijn vaart voorover val. Geen probleem, het enige wat ik er aan over houd is een natte handschoen. We lachen erom en lopen door.
Maarten Schön heeft in januari ’18 de Duinhopper 201 gewonnen, kennelijk met een verassende techniek die hij toepast op zijn voorgangers. Deze tactiek past hij ook toe op mij als ik voor hem loop en hij op mijn hak gaat staan waardoor mijn hiel uit de schoen schiet. De met blubber doordrenkte veters krijg ik nauwelijks bevrijd van de dubbele knoop. De groep loopt nietsvermoedend door totdat Martino opmerkt dat ik niet meer aanwezig ben. Zorgzaam roept de groep mijn naam en wacht mij op.
We arriveren op een nieuw veengebied, ditmaal voorzien van een keurig onderhouden vlonderpad en nog voor dat de zon ondergaat kunnen we flink meters maken. Met het inzetten van een lichte versnelling begint mijn maag op te spelen. We zijn dan ook al een uur of tien onderweg en dan horen dit soort ongemakken er gewoon bij. Bij het vliegveld van Francorchamps hoop ik mijn maag rustig te krijgen door wat cola te drinken. Gelijktijdig maak ik mezelf klaar voor de invallende duisternis.
Het moet ongeveer op 60km zijn waar ik wat suffig word van de maagklachten, ik ben er niet meer helemaal meer bij met mijn gedachten en maak wat uitglijders. Ik realiseer me dat ik niet fris meer ben en ga wat geforceerder lopen. Ik kom aan bij een geul vol water die net te breed is voor het mooie. Ik spring naar de overkant en glijd weg. Ik loop door met mijn gedachten nog bij de glijpartij om vervolgens zo’n 50 meter verder in een modderpoel weg te zakken en op boomwortel terecht te komen. Mijn voet kantelt en ik hoor een knak… Deze knak herken ik en ik realiseer me dat ik schade heb opgelopen aan mijn enkelbanden. Ik kan twee dingen doen, of ik besteed er aandacht aan en moet de resterende 15 kilometer gaan wandelen, of ik loop stug hardlopend door en zie wel wanneer ik klaar ben hoe ik er aan toe ben. Ik kies voor de laatste optie.
De duisternis is ingevallen en ik moet met mijn stijve enkel steeds geforceerder gaan lopen. De afdalingen gaan moeizaam en de stijgingen zijn pijnlijk. Concentrerend op de keien en boomwortels gaat de snelheid er goed uit. De groep moet steeds vaker even wachten tot ik bij hen ben aangekomen. We komen aan in een gloednieuwe schuilhut aan de rand van een bos. In deze hut staat een picknicktafel waar we gezamenlijk gaan zitten, de ruimte warmt op en er ontstaat een gezellige sfeer, die door de hoofdlampjes misschien wel magisch te noemen is.
Het laatste deel van onze reis is aan gebroken, met nog zo’n 7 kilometer te gaan gaat het lopen me weer wat beter af, wetende dat het niet lang meer zal duren. We lopen nog een aantal keer mis en komen uiteindelijk aan bij een forse beek waar we onze kleding en schoenen schoon maken. De beek verdwijnt onder de grond via een tunnel en als een verassing blijkt dat onze route door deze tunnel voert.
Na 12:45 uur, 74 kilometer en 2450 hoogtemeters komen we aan op het plein waar het ’s ochtends allemaal begon. We maken een groepsfoto, kleden ons om vervolgens in een pizzeria wat te gaan eten.
Ongelofelijk, wat een unieke kans om met deze fijne groep mee te mogen lopen.
Dame en heren ontzettend bedankt!
Martin Kannegieter