One Challenge, One Year, Four Races. Go the Distance, Be a Legend!
Door dit zinnetje werd ik getriggerd. De komende 10 maanden zullen in het teken staan van het volbrengen van de Grand Slam. Afgelopen weekend zou de eerste stap gezet worden in The Great Escape. Op vrijdagavond arriveer ik om 22:00 uur in Maboge. Over 4 uur zullen we hier vandaan met de bus naar Ettelbrück gebracht worden waar we om 04:00 uur gaan starten. Op het terrein zie ik al gauw bekende gezichten die meestal wel aanwezig zijn bij de evenementen van het Legends Team.
De meeste lopers liggen ergens te slapen. Ik heb nog geen behoefte om te slapen en besluit wat rond te hangen en te kletsen met de personen die ons dit weekend weer in de watten zullen leggen. Zo is er om dat ik lijd aan Lachanofobie speciaal voor mij een pastamaaltijd bereid zonder groentjes.
Tijdens de maaltijd en de tijd erna krijg ik van een aantal dames West Vlaamse les. Normaal versta ik mensen al niet meer als het buiten de Rotterdamse stadsgrenzen valt, dus moet mijn gezicht boekdelen spreken. Zo spreken ze mist bijvoorbeeld uit als mèst. Op de vraag hoe ze mest uitspreken dan is dat ook mèst maar dan met een vette è. Ik hoor overigens geen verschil.
Inmiddels is het bijna 02:00 uur geworden en druppelen de uitgeslapen lopers het terrein op. Er worden handen geschud en de sfeer is goed. We hebben er zin in. Als Tim vervolgens roept dat de bus 20 minuten vertraging heeft is er niemand die humeurig reageert. Dit is wat ik zo mooi vind aan traillopers. De mensen zijn zo verdraagzaam, geen onvertogen woord. Zelfs als om kwart over 3 nog steeds geen bus te bekennen is. Tim krijgt ook geen contact meer met de chauffeur. Omdat we toch de race door willen laten gaan doet Tim een rondvraag of er mensen bereid zijn met hun eigen auto naar Ettelbrück te rijden en dan eventueel wat meer lopers mee te nemen. Binnen 10 minuten hebben we voldoende auto’s en ik zal ook 4 lopers meenemen naar Luxemburg.
Na een mistig ritje van een klein uurtje arriveren we op het station van Ettelbrück, de startlocatie. Hier lever ik de sleutel van mijn auto in bij de organisatie die zorgt draagt voor het terugbrengen naar de finish in Maboge. We krijgen allemaal een tracker zodat we te volgen zijn voor het safety-team en het thuisfront. Als het dan inmiddels half 6 is geworden is iedereen klaar voor de start. Stef telt af en langzaam zet de groep zich in beweging. De Slam is begonnen.
In de aanloop naar dit evenement had ik al gehoord dat het een zwaar terrein zou zijn misschien nog wel zwaarder dan The Legends Trail in Maart. Al gauw merk ik inderdaad dat dit best wel weer eens een pittig tripje zou gaan worden. Het is continue naar boven of naar beneden. Van die klimmetjes waar geen eind aan lijkt te komen. Je kijkt naar boven en denkt de top te zien maar dan zit er net een knik in het pad en blijkt het nog veel verder door te gaan naar boven.
Ondanks het mistige weer is het al gauw warm. Het jasje verdwijnt al snel in de rugzak. De mist in combinatie met het langzaam opkomende zonnetje die zijn best doet de mist te verdrijven levert mooie beelden op. Bomen die spookachtig aan de horizon opdoemen maken dat ik het naar mijn zin heb. Waarschijnlijk zal het mij over een paar uur geen reet meer interesseren. De vraag of ik het nog leuk heb zal ik over een paar uur standaard beantwoorden met: ”Nee, tuurlijk niet. Vind er geen zak aan. Zere voeten, misselijk, klote nachten, veel te weinig asfalt enz.” Het enige wat leuk is aan deze trails is het finishen. Binnen komen na 160 km afzien. Dat is een met geen pen te beschrijven, dat zijn dingen die je moet voelen. Dus we zetten de ene voet voor de andere en dat is de enige manier om bij die finish te komen. Zo ingewikkeld is het dus blijkbaar niet.
De kilometers tellen langzaam af. Op 77 kilometer is ons 4e checkpoint, bijna op de helft. Omdat ik wat last van mijn voeten heb wissel ik hier mijn sokken in de hoop dat het wat verlichting op zal leveren. Ik drink wat cola, rook mijn shaggie en ik lach wat met de vrijwilligers en ga nog op de foto met een nieuwe vriendin die ze speciaal voor mij uitgenodigd hadden. (foto volgt nog ). Dan vervolg ik weer mijn pad. Na een paar kilometer merk ik toch dat mijn kleine teen aan de linkervoet mij belemmert in het lopen. Dus ik plof in het gras en pak er een EHBO-setje uit. Ik deel wat speldenprikken uit in de teen zodat er wat druk af gaat en tape de teen strak in. Terwijl ik dat doe weet ik dat dit later met het verwijderen van de tape een spannend tafereel zal opleveren. Als ik mijn sok en schoen weer aan heb voelt het nog niet ideaal maar er is enige verlichting en ik kan weer wat snelheid maken. Stiekem heb ik het toch naar mijn zin, maar probeer dit zoveel mogelijk niet te laten merken.
Het begint ook langzaam weer donker te worden en al gauw moet de hoofdlamp weer aan te zorgen dat ik niet struikel of val over boomwortels, stenen of andere dergelijke troep. Ook zet de mist weer op. Shitzooi en plotseling leg ik de link met het West Vlaams dit is mèst met een vette è.
Rond 91 km word ik verrast door een CP die ik nog niet verwacht had. Dit is het CP die bekend staat om zijn heerlijke wraps. En net zoals ik verrast werd door het CP word ik ook hier verrast met een wrap speciaal voor mij geprepareerd zonder groentjes. Deze werk ik met smaak naar binnen. Ik sla nog wat glazen cola naar binnen en rook nog een shaggie voor ik mijn pad weer vervolg.
De tekens die de route aangeven zijn in combinatie met mist en een hoofdlamp soms slecht waar te nemen. Gelukkig heb ik de route op mijn Garmin geladen en is het vrij gemakkelijk de juiste route te volgen aan de hand van het pijltje op de kaart. Ergens in deze nacht loop ik achterop bij Petra ook wel bekend als stipje nummer 2. Ze loopt zonder gps en vraagt of we nog juist lopen omdat ze al een tijdje geen tekens meer had gezien. Ik bevestig dat we goed lopen en zonder hier eigenlijk een woord over te wisselen besluit ik een tijdje met haar op te trekken. We kletsen wat over de route en vinden allebei dat het wat koud begint te worden.
Op CP6 neem ik mijn tijd om wat warmere kleding aan te trekken en wat eten naar binnen te werken. Petra was al rap weer vertrokken, maar ik neem mijn tijd. Ik ga nog even 5minuten plat op wat stoelen liggen om even te relaxen en de het systeem te resetten. Ik was deze race begonnen om zoveel mogelijk mijn eigen plan te volgen. Normaal wil ik nog weleens een ander volgen en soms moet ik dat bekopen met ongemak dat ik misschien had kunnen voorkomen.
Verbaasd dat ik na een paar kilometer weer in gelopen ben op Petra. Ze had een stukje verkeerd gelopen. Ik besluit weer een stukje met haar op te trekken. Soms zegt ze moet je niet verder, volgens mij loop je veel sneller, maar op dit moment interesseert het mij niet zo. Het gaat mij niet om een snelle tijd, de bedoeling is uitlopen en heel blijven. We helpen elkaar door de koude nacht en misschien als het straks licht wordt, zal ik Petra alleen laten om verder weer mijn eigen plan te volgen. Inmiddels worden we gepasseerd door de eerste deelnemer op de 50 mile afstand die om middernacht is vertrokken uit Clerveaux. We verwachten binnen no-time door nog meer lopers voorbij gestoken te worden, maar al snel blijkt dat deze eerste loper al een behoorlijk gat geslagen te hebben op zijn achtervolgers.
Als uiteindelijk de nacht verdwijnt en weer plaats maakt voor daglicht en ik weer eens wat langer op een CP blijf rondhangen lijkt het erop dat Petra en ik steeds meer weer ons eigen ding te doen. Als ik het CP uiteindelijk ook verlaat en de route langs de Ourthe volg hoor ik na een paar kilometer een stem: “Peter, ben jij dat? Wat ben ik blij jou te zien.” Even denk ik eindelijk het moment van hallucineren mee te gaan maken. Het is echter geen hallucinatie. Petra zit op een randje van een gladde steen in een lastig hoekje en durft niet goed verder. Ze blijkt wat last van hoogtevrees te hebben. Zelf ben ik ook geen held op hele grote hoogtes dus weet hoe ze zich voelt. Ik praat rustig op haar in en help haar om dit punt te overwinnen. De laatste 20 kilometer van het parcours is een technisch stuk met vele steile klimmetjes, gladde stenen, boomwortels die zich schijnbaar beter voelen boven dan onder de grond. Omdat hier toch niet echt snelheid te maken is en we nog wat lastige passsages zullen krijgen besluit ik wederom samen met haar op te trekken. Ze is prettig gezelschap en stiekem zijn de gesprekken ook een steun in mijn poging deze uit te lopen. Het is nog een kilometer of 15 wat normaal gesproken in 5 kwartier afgeraffeld wordt maar in dit terrein rustig 3 a 4 uur in beslag zal nemen. Mentale dingetjes. Samen stappen we dapper verder, ik ben trots op haar, ondanks dat ze het soms erg spannend vindt, luistert ze goed naar de aanwijzingen en overwint ze het ene na het andere pittige obstakel. Als we dan eindelijk in de verte het finishterrein zien schiet ze even vol. Ik herken deze emotie nog zo van eerdere loopjes die ik gedaan heb. Het gevoel dat je het gaat redden, de vermoeidheid en de inspanningen die in één keer ontladen. We zetten weer een dribbeltje in en al gauw staan we weer oog in oog met de organisatie. We zijn op het finishterrein, echter is dit pas 158 km, de finish zal pas over 6 kilometer zijn op ditzelfde terrein.
We moeten nog 1 lusje van 6 km over “de muur van Maboge”. Petra vertrekt al snel want die wil niet te lang stil zitten. Ik besluit nog een banaan naar binnen te werken en wat glazen Cola. Terwijl Stef zegt dat ik nog tijd heb, trapt Tim mij weer op weg. Stef roept nog boven op de muur is een stukje asfalt. Meer heb ik niet nodig en dribbel weer weg linksaf, brug over recht en dan nog 1 lange steile klim naar boven. Boven aangekomen blijkt dat Stef niks gelogen heeft, een prachtig stukje glad asfalt. Ze kennen het dus wel hier in de Ardennen, misschien eens overwegen om de hele trail te voorzien van dit prachtige zwarte goud. In de verte zie ik Petra hobbelen. Langzaam loop ik op haar in, als ik haar op 100 meter benader zie ik haar nog linksaf slaan. Als ik echter zelf later linksaf sla is ze nergens meer te bekennen. Omdat dit een lange afdaling terug naar de finish is vermoed ik dat ze vleugels gekregen heeft en een aardige eindsprint in gezet heeft. Inmiddels loop ik samen met Theo Leroy die mij achterop gekomen is samen verder naar de finish. Onder luid applaus van de aanwezige krijg ik weer een prachtig stukje metaal om mijn nek. Ik kijk rond en zoek naar Petra om haar te bedanken voor haar gezelschap de afgelopen uren en haar te feliciteren met haar finish als eerste vrouw. Als ik haar niet ontdek en navraag ga doen blijkt dat ze boven een afslag verkeerd genomen heeft. Dit verklaard dat ik haar niet meer had gezien na de bocht linksaf. Het zou nog een paar minuten duren eer ze ook onder luid applaus binnen komt over de finish.
Het was een barre tocht door zwaar terrein vooral in de eerste 60 kilometer, het technische stuk in de laatste 20 km, de koude nacht, de vette mèst en ondanks dat het 90 kilometer en 25 uur korter is dan de Legends Trail lijkt deze veel zwaarder. Mijn dank gaat uit naar alle mensen die deze trails zo geweldig maken. De medelopers, de organisatie en alle vrijwilligers waren weer geweldig en maken dat ik het toch weer naar mijn zin had en ik weet dat ik vaker terug zal keren naar deze trails.
The Great Escape, geen ontsnappen aan.
Door Peter Swager